Artistiek statement – Janneke de Haan – 27 juni 2014
Vier jaar regieopleiding achter de rug en een stijl ontwikkeld waar ik trots op ben. Met een goed gevoel verlaat ik de opleiding en betreed ik het theaterveld. Dit doe ik met een paar voor mij belangrijke opvattingen:
Theater moet er toe doen, laat anders maar zitten
Theater moet een noodzaak hebben om gemaakt te worden. Deze noodzaak vindt het door onderwerpen aan de kaak te stellen die van deze tijd zijn. Relevant theater heeft de waarde om het leven rijker te maken; een wisselwerking tussen rede en gevoel. Ik sluit me aan bij de woorden van Schiller: “Theater kan de verstandige mens laten voelen en de voelende mens laten denken”. Het heeft de kracht om de geest uit te dagen, te stimuleren en emoties aan te wakkeren: het gevoelsleven prikkelen en ontroeren, verblijden of juist frustreren.
Een maatschappelijk geëngageerde thematiek
Ik zoek mijn thematiek in het dagelijks leven, in wat de mens bezighoudt. Ik wil theater maken over de tragiek van alledag en inzoomen op thema’s als liefde, verlies, omgangsvormen, macht of familiebanden. Ik wil in mijn voorstellingen onderwerpen aankaarten waar men doorgaans niet zo gemakkelijk over spreekt, omdat er een taboe op heerst. Ik heb een voorliefde voor de buitenstaanders in onze maatschappij. Mensen die buiten de norm vallen en continu te maken hebben met oordelende blikken omdat ze ‘anders’ zijn. In mijn theater wil ik deze buitenstaanders een stem geven en laten zien dat ‘wat hoort’ door mensen bedacht en cultureel bepaald is. Theater kan op deze manier een medicijn tegen kortzichtigheid zijn.
Het grootste compliment dat ik ooit heb gehad is dat een toeschouwer na het zien van mijn locatievoorstelling Blackbird, over een liefde tussen een oude man en een jong meisje, zei: “Ik merk dat het me raakt en me confronteert met mijn eigen vooroordeel. Ik ga ineens anders over dit onderwerp denken”
Mijn twee afstudeervoorstellingen maakte ik over angst, een fascinerend thema waar ik nog niet klaar mee ben. De mens is een angstig wezen en kan als een kat in het nauw rare sprongen maken als het te angstig wordt. Dit levert bizarre situaties op.
Een persoonlijke binding met het thema
Een thema moet gevoelens bij me oproepen anders kan ik er niks mee. Bij onderwerpen die frustratie oproepen of waar ik boos of verdrietig van wordt, vind ik de meeste inspiratie. Van de voorstellingen die ik tijdens de opleiding maakte, zijn mijn de persoonlijke werken het meest geslaagd.
Mijn tweede afstudeervoorstelling Eerst nog even een rondje draaien is mijn meest persoonlijke werk tot nu toe. De dwang die mijn leven ooit negatief beïnvloedde heb ik weten om te vormen tot een muzikale locatievoorstelling. Ik ben er trots op dat de voorstelling niet alleen over mij gaat, maar een universaliteit heeft weten te verbeelden en het publiek heeft weten te prikkelen.
De grootste les van de regieopleiding is dat ik het als theatermaker dicht bij mezelf moet blijven. Zodra een theatermaker gaat maken wat een ander wil dat hij maakt, verdwijnt de magie.
Het publiek mag ervaren en associëren
Theater moet via thematiek en vorm de mens uitdagen om op een anders dan gebruikelijke manier naar de wereld te kijken. Het moet vragen stellen en geen kant en klare antwoorden geven. Deze leggen mensen veel te gemakkelijk naast zich neer. Het publiek heeft ruimte nodig om zelf na te denken om wat ze hebben gezien te linken aan het eigen leven, om zelf te associëren en te fantaseren. Theater kan op deze manier de mens helpen grip te krijgen op de complexe wereld waarin wij leven. Een wereld waarin geen absolute waarheid bestaat, maar meerdere waarheden naast elkaar bestaan.
Ik wil in mijn voorstellingen geen verhaal vertellen dat van A tot Z gevolgd kan worden. Het publiek moet zelf aan het werk. Ik nodig ze uit om zelf te associëren en een eigen uniek verhaal te maken van de beelden die ik ze aanreik. Ik verweef hierbij abstractie met realisme; een realistische beeld of thema uitvergroten of in vorm abstraheren.
Het samensmelten van disciplines tot een totaalervaring
Ik wil disciplines laten samensmelten. Met locatietheater waarbij het publiek in het decor is opgenomen, live muziek en een maatschappelijk geëngageerd thema wil ik een aangrijpende totaalervaring creëren. Ik wil de toeschouwer onderdompelen in de sfeer van de voorstelling. Ik wil ze een totaalervaring bieden, waarbij ook hun beleving deels geregisseerd is. Daarmee bedoel ik dat ik ze niet alleen via representatie een blik op het thema geef, maar ook probeer ze het thema letterlijk te laten voelen. Ik creëer dat onder andere door het gebruik van live muziek. Ik geloof dat muziek de kracht heeft om diep tot de ziel door te dringen en het gevoelsleven van de toeschouwer te raken. Hiernaast laat ik de toeschouwers door publieksparticipatie letterlijk meedoen of haal ik ze uit de gangbare publieksopstelling. Ik zet ze bijvoorbeeld alleen in de ruimte of laat ze rondwandelen tijdens de voorstelling.
Tijdens Eerst nog even een rondje draaien wilde ik het publiek het gevoel van angst en ongemak, waarmee een ‘dwanger’ te maken heeft, laten beleven. Ik liet ze als een voyeur in een kleine ruimte, dicht op elkaar, naar intieme scenes kijken. Ik vind dat het publiek in theater geconfronteerd mag worden met moeilijke, ongemakkelijke onderwerpen. Theater mag hierin wringen en de toeschouwer naar de strot grijpen. Ik denk dat pas wanneer je de toeschouwer weet te raken, ze er echt iets van gaan vinden en het op hun eigen leven gaan betrekken.
Eigen werk en repertoire
In het laatste jaar van de opleiding is een vaste toneeltekst en daarmee ook repertoire, meer en meer op de achtergrond komen te staan. Mijn eerste afstudeervoorstelling Ver van Hier werkte ik nog met een toneeltekst van Caryl Churchill die ik grondig bewerkte. Eerst nog even een rondje draaien maakte ik zonder een bestaande toneeltekst, maar vanuit een thema. Het materiaal van de voorstelling is tot stand gekomen uit improvisaties. Hoewel deze manier van werken echt als ‘de mijne’ voelt, is voor mij repertoire niet perse van het toneel verdwenen. Ik heb een liefde voor eigentijdse toneelschrijvers als David Harrower, Dennis Kelly en Lot Vekemans. Een aantal van hun teksten staan hoog op mijn verlanglijstje. Ik wil ze meenemen op locatie en op mijn manier met de tekst aan de slag gaan.
Theater voor iedereen
Ik vind het belangrijk dat mijn theater toegankelijk is voor een divers publiek. Theater is niet alleen voor de kunst elite, voor degene die er voor geleerd hebben of die er in werkzaam zijn. Theater is juist voor al die mensen die hier niet onder vallen. Ik hou van de open blik van een toeschouwer die niet bekend met theater is. Toegankelijk betekent absoluut niet makkelijk theater; ik vind dat je een nieuw publiek juist goed abstractie en vorm kunt voorschotelen. Ze zullen er met een frisse blik naar kijken. Na afloop van de voorstelling vind ik het belangrijk om met de toeschouwers in gesprek te gaan.