Column: It sil heve
It sil heve. De vlag mag uit. We gaan na vier jaar wonen in een scheef, krakend, kierend en tochtig huis eindelijk verbouwen. Een totale make-over, van boven tot onder. Nu is het niet zo dat we hier vier jaar lang doodongelukkig gewoond hebben, zeker niet. Wij hebben een prachtig plekje. Op een koude winterdag trokken we gewoon een extra trui aan als het in de woonkamer niet warmer werd als vijftien graden. En voor het tochten over de grond hebben we een paar vilten sloffen (dikke tip trouwens) aangeschaft.
Bij mijn vriend was de aanleiding voor de verbouwing dat hij genoeg had van de vloer. Die lijkt namelijk wel een beetje op het glooiende Limburgse landschap. Het is net of je dronken bent als je van voren naar achteren loopt. Bij mij was het de badkamer. Daar kreeg ik zo langzamerhand schoon genoeg van. Ik heb mijn buik vol van die spuuglelijke tegeltjes uit het jaar nul en natuurlijk, jullie raden het al: er ontbreekt een bad.
Voordat de aannemer kwam, zei ik tegen mijn vriend, ‘we vragen gewoon eerst of ze de badkamer willen doen, dan is die maar klaar’. Thys zei direct dat dat onhandig was, maar enfin, hij hield zich verder stil, want hij wist hoe groot mijn badwens was. Toen we de man het hele huis lieten zien en we bij de badkamer kwamen, zei ik dus: “Het zou mooi zijn als deze als eerste aan de beurt is”. “Nou”, zei de man wat bedenkelijk, “dat lijkt me beter van niet. We moeten vooraan in het huis beginnen en we eindigen met de badkamer”. Dat zullen we nog wel eens even zien, dacht ik direct. En ik was in mijn hoofd al op een plannetje aan het broeden.
Toen de man een paar weken later het hele verbouwingsplan van A tot Z aan ons voorlegde, liet hij vallen dat de bouwvak voor ons wel wat ongunstig uitkwam. Ze konden misschien wel net voor de bouwvak beginnen, maar dan zaten we wel een paar weken in de zooi. In mijn hoofd popte direct het woord ‘bad’ omhoog en voordat ik er goed en wel erg in had, zei ik: “nou, maar anders beginnen jullie toch gewoon met de badkamer? Is die mooi voor de bouwvak klaar.” Kan ik bad, dacht ik er nog achteraan, maar dat hield ik voor mezelf. Zowel Thys als de aannemer keken me aan met een blik van, meisje meisje, jij hebt geen idee waar je het over hebt. De man zei direct: “nee, dat is echt heel onhandig, dat kunnen we beter niet doen. Die doen we als allerlaatste.”
Ik voelde aan alles dat ik me er maar bij neerleggen moest. Twee maanden in de verbouwing. Twee maanden in de camper kamperen in de tuin. We duimen nu alvast voor een warme nazomer. En dus als aller, allerlaatste van de volledige verbouwing: het nieuwe bad. Ik kan jullie nu alvast vertellen: de dag dat het bad klaar is, blok ik in de agenda. ’S ochtends rijd ik naar de winkel, haal het lekkerste badzout, de duurste bubbels en andere fancy spulletjes en ’s middags dobber ik, als een prinses, in bad. In huis dit keer. Niet buiten.
Ik kan me er in elk geval nog heel, heel lang op verheugen.
Voor Omrop Fryslân schrijf ik eens in de twee weken een column. Deze is te luisteren in het Fries via: https://www.omropfryslan.nl/nijs/1051849-kollum-it-sil-heve