Column: Mijn stoere neefje
Ik ben eigenlijk een beetje een bangeschijter. Vroeger al. Niet om voor groepen te praten, nee dat ging me makkelijk af. Maar om van de hoge duikplank af te springen of in een hoge boom te klimmen. Ook was ik bang voor vrachtauto’s en dan vooral die zonder trailer. Alleen zo’n cabine. Zo’n groot monster. Met losse handen fietsen, dat was het engste dat ik deed.
Ik ben nog altijd een beetje een bangeschijter. Ik vind mountainbiken leuk, maar het moet niet te gek. Als ik een keer wegslip, is de pret voor mij direct bedorven. Ik ben niet zo’n daredevil. Mijn vriend zou mij, toen het glad was, een slipcursus geven. Dat leek hem nodig. Helemaal gezien naar hoe wij wonen; al die spekgladde weggetjes… Dan moet je wel weten wat je moet doen als je de bocht uitvliegt: koppeling intrappen en meesturen.
Wij naar een leeg parkeerterrein. Hij het uitleggen en ik die er klaar voor zat. We slippen en ik vergeet direct alles wat hij mij verteld heeft, gil keihard en rijdt zo tegen de stoeprand aan. Deuk in de auto. Thys had met me te doen, want ik was compleet in paniek. Het voelde net alsof we over de kop gingen! (Wat niet kon, want we reden met een slakkengangetje…)
Ik heb een neefje van negen die wel een daredevil is. Jespah is nergens niet bang voor en durft alles. Het begon al toen hij twee was; met zo’n loopfietsje. In het bos zocht hij dan de hoogste bult op. Zo klein als hij was, sleepte hij het fietsje omhoog om er daarna als een gek vanaf te racen. Toen Jespah zes was begon hij overal salto’s vanaf te maken. Er is een filmpje van hem op de camping, dat hij van een muurtje een salto achterover maakt en er allemaal kinderen om hem heen staan te ‘ohhh-en’ en te ‘ahhh-en’. Net als was het een circusartiest.
Om punten te scoren als oom, heeft Thys een kinderquad aangeschaft. Wat mijn neefje daar wel niet allemaal mee durft?! Hij scheurt door de tuin en is een master in ‘driften’. Helemaal zwart van de modder stapt er van het ding af en vraagt vol adrenaline aan mij: “Zag je dat?!” Nou en of ik het zag. Ik hield mijn hart vast… De laatste koop van mijn vriend is een 125cc crossmotor. Met schakelen enzo. Jespah is negen, maar na drie keer de koppeling schieten te laten, rijdt hij weg: al had hij nooit anders gedaan.
Toen hij acht was kreeg Jespah een mountainbike. Ik weet nog dat ik dacht, “Ha leuk, nu kan ik hem ook wat leren”. Want ik kan, al zeg ik het zelf, best een beetje mountainbiken. Dus wij op naar het mountainbikeparcour. Ik hoor mezelf nog serieus vertellen dat hij ‘meeleunen’ moet in de bochten. Ik was nog niet uitgepraat of het mannetje scheurt al voor me uit. Thys er achteraan. “Wacht op mij!”, roep ik nog. Maar ze zijn al uit het zicht. Ik er gauw achteraan, maar kan ze niet meer bijhouden. De hindernissen die ik altijd even oversla, van die ‘vrije val’ stukjes, daar gaat Jespah met gemak overheen.
Na een uur ben ik bekaf. Maar Jespah niet. Hij heeft energie voor tien. “Nog een rondje”, vraagt hij, “en ga je dan mee van de helling af?”. “Alsjeblieft niet!”, denk ik. “Ga maar met Thys, ik doe even rustig aan…
Ik moet maar accepteren: ik zal nooit zo stoer als Jespah worden. Eén keer een bangeschijter, altijd een bangeschijter.
Voor Omrop Fryslân schrijf ik eens in de twee weken een column. Deze is te beluisteren in het Fries via: https://www.omropfryslan.nl/nijs/1049655-kollum-myn-stoere-neefke