Column: Kippen
Kippen om je heen. Daar wordt een mens gelukkig van. Ik in alle gevallen wel. En onze bordercollie Eddy ook. Dat komt omdat wij dus geen schapen hebben. Een beetje bordercollie wil hoeden. Daarom hoedt Eddy onze kippen. Net zo lang totdat ze op een kluitje zitten.
Het tevreden gekroel en gekakel. Het verse – soms zelfs nog warme – eitje. Het wedstrijdje kukelen s ’morgensvroeg. Het zingt in de tuin van kukelen links naar kukelen rechts. Hanen bij elkaar vechten elkaar de tent uit. Rechts wint elke morgen.
Gisteren was er een haan agressief. Hij viel me aan en ik zette het op een lopen. Helemaal tot aan de brievenbus toe. Ik gillend voorop, daarna de haan, daarna de kat en dáár weer achteraan de hond. Mijn vriend kwam niet meer bij.
Alle dagen vers water en voer en soms een bakje dikke wormen. Vandaag kwam er weer een traktatie van mijn heit (vader). Een zak met oude pasta. ‘Als je een beest hebt, moet je er goed voor zorgen, aldus heit de Haan. Stiekem een extra schepje pasta in de pan.
Maar dan het allermooiste. Zacht en geel. Piepend en warm. Ieniemienie kleine hoopjes dons. Nieuwsgierig om beurten even onder moeder vandaan om te kijken wat er in de grote kippenwereld allemaal gebeurt. En wat voor indringer ervoor zorgt dat er koude wind het hok in geblazen wordt. Je kunt niet te lang met een klein kuikentje knuffelen. Zo ontzettend teer en kwetsbaar.
Terwijl ik dit schrijf, draait mijn vriend het laatste schroefje in de zelfgemaakte kippenplukmachine. Morgen eten we coq au vin. Want wie achter mij aan zit, belandt uiteindelijk bij mij op tafel.
Ook voor het Friese tijdschrift De Moanne schreef ik een kollum. Deze verscheen in de eerste editie van het jaar en is nu ook online te lezen.