Column: een trekker voor m’n vader

 

Toen we vier jaar geleden de advertentie van ons kleine boerderijtje aan mijn ouders lieten zien, had mijn vader direct een twinkeling in zijn ogen. “Dan moet er ook maar een trekker komen, of niet?”, zei hij.

Mijn vader is boerenzoon. In hart en nieren. En hoewel de boerderij er al lang niet meer is en hij zelf een heel ander beroep gekozen heeft, is hij altijd boerenzoon gebleven. Mijn vader is zo’n man die op zijn dagelijkse fietstochtje een schaap uit de sloot haalt, een praatje maakt met een boer over het grondwaterpeil of even afstapt om te kijken hoe een boer zijn land onder water zet vanwege de muizenplaag.

Toen mijn ouders voor de verhuizing nog één keer bij ons in Amsterdam op visite kwamen, vroeg mijn vader het weer: “Hebben jullie al een trekker uitgezocht?” En terwijl hij het vroeg, haalde hij een trekker-magazine uit de tas. Vol met blinkende groene John Deeres. Eigenlijk had hij er al eentje uitgekozen. Nu heb ik een vriend die van alles wat maar wielen heeft houdt, dus hij wilde er wel eentje. Maar ik dacht: eerst maar eens verhuizen en dan zien we wel weer. Bovendien, wat moeten wij met een trekker…

Toen we net verhuisd waren en ik naast mijn vader over ons land stond te kijken, snapte ik ineens waarom een trekker toch wel handig zou zijn. Man o man, wat een lap grond! Dit werd met de grasmaaier nogal een klusje. Mijn vader kon mijn gedachten lezen en zei natuurlijk weer: ”er moet gauw een trekker komen”.

Het compromis vonden mijn vriend en ik in een zitmaaier. En hoewel het bij lange na geen trekker was, was mijn vader als een kind zo blij. “Ik voel me net Forrest Gump”, zij hij, “verstand op nul en rondjes rijden”. Toen ik dat hoorde was ik overtuigd; die man moet gauw een trekker!

Het heeft nog een jaar geduurd voordat er eentje kwam. Op een ochtend belde mijn vriend mijn vader of hij met hem naar een trekker wilde kijken. Hij had het nog maar amper gevraagd, of mijn vader zat al in de auto. Het trekker kopen was een tafereel op zich. Mijn vader direct achter het stuur en het gas erop. “Dit wordt hem”, hoorden we nog net, terwijl hij de hoek om scheurde. Mijn vriend zag de mogelijkheid om af te pingelen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Maar vooruit, het was geregeld. Wij, of beter gezegd mijn vader, hadden een trekker.

Bij ons op het erf lijkt het inmiddels wel een landbouwmechanisatiebedrijf. De “Same Minitauro’ is uitgebreid met een graafmachine, een cyclomaaier, een grondbak en een ploeg. En om de paar dagen komt er een appje: ”Staat het gras al hoog genoeg?”

Er kan nog net een ‘hoi’ vanaf als hij komt. Zo de auto uit, de trekker op. En het gaat er wild aan toe. Hij vliegt de tuin op en neer. Ik denk alle keren: als hij de jonge fruitboompjes maar niet omver maait of een steentje door de kas heen schiet. Na het maaien, kijk ik dan even stiekem bij mijn boompjes. En het is bijzonder, niet bij één boompje, maar bij allemaal: er net bij langs! Zo secuur!

Nu we op vakantie zijn, passen mijn ouders op het huis. Mijn vriend en ik grappen weleens: straks komen we thuis en staan er een paar koeien, zit mijn vader in de schuur te melken en willen ze hier nóóit meer weg…

 

Deze column schreef ik voor Omrop Fryslân, waar ik voor een aantal weken columniste Nynke van der Zee vervang die met vakantie is. 

https://www.omropfryslan.nl/nijs/976047-kollum-trekker-foar-heit fbclid=IwAR0g9caEoy0J7rdpxve2G5BrLgXCAecz6Uxtuhqf_1tTQ9kbvpNzM2ZVuWc



Comments are closed.